Het is 5.25 en ik zit op de bank. Gisteren heb ik alleen een stukje chocoladetaart gegeten en het avondeten. Als een bezetene heb ik aan mijn websites gewerkt in vrijwel algehele isolatie. Net zoals Shizuku in Mimi wo Sumaseba die dagen achter elkaar zich volledig stort op het schrijven van een verhaal. Gister hebben we die film met zijn drieën gekeken. Hier, vanaf dezelfde bank.
Twee duiven steken de straat over en waggelen richting ons huis. Bij de stoep aangekomen, pikken ze wat op de grond op zoek naar iets eetbaars. Ik sta op en pak een paracetamol uit het laatje. Met lauw warm water spoel ik de tablet weg. Doosje weer dicht. Laatje weer dicht. Sjokkend loop ik naar boven met het idee nog wat te slapen.
Uiteindelijk blijf ik meer dan een uur achter mijn computer zitten. Met mijn ogen rooddoorlopen.
Wat ben ik aan het doen? Ik ben de zee ingesprongen met het gevoel dat daar iets is. Iets belangrijks om te ontdekken. Naar adem snakkend kom ik steeds vaker boven. Het lukt me niet om dit nog langer vol te houden. Misschien is die schim die ik verderop kan zien inderdaad een oud piratenschip, maar ik ben niet bij machte om daar nu bij te komen. Mijn hoofd leg ik achterover in de golven en ik laat me meeslepen door de deining. Heel even probeer ik me nog te verzetten en dan sluit ik mijn ogen.